UWV als poortwachter - effecten van intensievere toetsing van reďntegratieverslagen: resultaten van een experiment

Jonneke Bolhaar
Philip de Jong
Bas van der Klaauw
Maarten Lindeboom

Augustus 2004

Samenvatting
De Wet Verbetering Poortwachter biedt het UWV nieuwe instrumenten om het proces dat leidt tot WAO-instroom te beďnvloeden. Een van deze instrumenten is de toetsing van reďntegratieverslagen behorende bij een WAO-aanvraag. In dit rapport wordt aan de hand van een experiment onderzocht wat de effecten zijn van intensievere toetsing van reďntegratieverslagen op 13e weeks ziekmeldingen, WAO-aanvragen en sanctiekansen. Een sanctie wordt opgelegd aan de werkgever (in de vorm van loondoorbetaling) als uit het reďntegratieverslag blijkt dat hij in gebreke is gebleven. Het experiment is in twee UWV-regio’s, op vier UWV-locaties – te weten twee GAK-kantoren, één van Cadans en één van USZO/Bouw - in de periode van januari 2003 tot en met oktober 2003 uitgevoerd. Gedurende deze periode werden in de experimentregio’s alle binnengekomen reďntegratieverslagen intensiever getoetst dan volgens de reguliere instructies. Volgens de reguliere instructies wordt een reďntegratieverslag niet nader getoetst tenzij het vermoeden bestaat dat er onvoldoende reďntegratie-inspanningen hebben plaatsgevonden. De intensievere toetsing van het experiment bestond eruit dat een reďntegratieverslag altijd nader werd getoetst, tenzij overduidelijk was dat er voldoende reďntegratie-inspanningen waren geleverd. Daarmee zorgde het experiment voor een geregisseerde variatie in de toetsingspraktijk. Om het effect van de experimentele behandeling te kunnen isoleren is gecorrigeerd voor andere, structurele verschillen tussen regio’s. Bij de evaluatie van de uitvoering van het experiment bleek dat de toetsingspraktijk in de experimentregio’s van Cadans en USZO/Bouw niet substantieel verschilde van de toetsingspraktijk in de rest van Nederland. Bij het GAK werd in de experimentregio’s wel intensiever getoetst dan in de rest van Nederland. Daarom zijn de effectmetingen alleen gedaan voor het GAK. Bij de empirische analyses hebben we administratieve gegevens van het UWV-GAK gebruikt over de periode 2001 tot en met 2003. De gegevens over 2001 en 2002 zijn gebruikt om te corrigeren voor structurele verschillen tussen regio’s en voor landelijke trends, zoals de verslechtering van de conjunctuur. Met dergelijke correcties hebben we de effecten van de experimentele behandeling kunnen isoleren. Dit ondersteunt de interpretatie van die negatieve effecten als zijnde veroorzaakt door intensievere toetsing. De validiteit van de interpretatie van dit effect is door aanvullende toetsen bevestigd.

De belangrijkste resultaten van de empirische analyses zijn dat door intensievere toetsing bij het GAK het aantal 13e weeks ziekmeldingen met 7%, en het aantal WAO-aanvragen met 12% gedaald is. Het aantal sancties vermindert door intensievere toetsing met ongeveer 37%. Hieruit blijkt dat het UWV door middel van intensievere toetsing het proces dat leidt tot WAO-instroom substantieel kan beďnvloeden. Twee aanvullende tests bevestigen dat de effecten van de experimentlocaties te duiden zijn als effecten van intensievere toetsing van het Reďntegratieverslag op die locaties. Hoe de invloed van intensievere toetsing precies tot stand komt, konden wij met de voorhanden gegevens niet achterhalen. Het lijkt erop dat het signaal van een strengere toets zich snel verspreid en dat de betrokken arbodiensten en werkgevers hun werkwijze hierop aanpassen. Het resultaat is een actiever verzuimbeleid en een meer nauwgezette verslaglegging hiervan. Dit is de enige plausibele verklaring voor gecombineerde daling van het aantal WAOaanvragen en het aantal sancties. Het rendement van intensievere keuring van het reďntegratieverslag is groot. De interne kosten zijn vermoedelijk verwaarloosbaar klein: de extra inzet die vereist is om de toetsingsinspanningen te vergroten kunnen immers gedekt worden uit een geringer aantal te behandelen WAO-aanvragen en op te leggen sancties. Dit betekent dat zonder vergroting van de kleine geldstroom de grote geldstroom gereduceerd kan worden. Waarschijnlijk zijn de uiteindelijke effecten van intensievere toetsing nog groter. Gedragsveranderingen (van werkgevers en arbodiensten) in reactie op de intensievere toetsing hebben immers geruime tijd nodig om volledig tot uitdrukking te komen in de WAO-cijfers. De observatieperiode was te kort om het volledige effect te kunnen meten.


(Click here to download PDF file)

Last updated: June 4, 2005.